Kosmologie en geloofsvraagstukken
Natuurwetenschappers nemen ten opzichte van het geloof aan God een viertal posities in, zo beargumenteerde Reinoud Slager tijdens de eerste sessie over Geloof en Wetenschap van het CCIV.
Er zijn er die stellig niet geloven, zoals Hawking de briljante Britse natuurwetenschapper, waarmee om tweeërlei reden uiterste moeizaam te discussiëren valt. Er is geen god (in zijn leven), einde verhaal.
Aan het andere eind van het spectrum bevinden zich absoluut gelovige wetenschappers. Daar is geen spoortje van twijfel te herkennen: God is, punt uit. Ook met hen is het weinig zinvol om een gesprek
aan te gaan; zij zijn net zo dogmatisch als de niet gelovige wetenschappers.
Daar tussen in bevinden zich de twijfelaars, vermoedelijk het merendeel van de natuurwetenschappers, en tussen hen is weer een onderscheid te maken tussen hen die positief twijfelen – ‘er is te veel onzekerheid om een definitief standpunt in te nemen – maar er is een godsvermoeden. En de tweede groep, die wel zijn twijfels heeft, maar in de huidige inzichten in de natuurwetenschap aanleiding vindt om te stellen ”vermoedelijk niet”.
Met deze laatste groep gaat Reinoud in debat, want zoals de wetenschapper betaamt, vermoedens zijn in wezen hypothesen en die moeten door onderzoek en door redenering worden bevestigd of ontkracht. Diverse argumenten uit de kosmologie – het vakgebied van Reinoud – die het godsvermoeden ondermijnen werden door de spreker aan de orde gesteld en er werd getoond, dat die in het licht van de nieuwste
inzichten niet meer houdbaar zijn als argument. Zo gaan b.v. de meeste wetenschappers nog uit van vier dimensies van werkelijkheid – ruimte (3) en tijd (1) – maar de tijd is nabij dat het definitieve ‘bewijs’ voor een vijfde dimensie kan worden aangetoond. En als er een vijfde dimensie zou bestaan heeft dat – in elk geval wiskundig – grote consequenties voor onze algemene kennis over ‘oorzaak en gevolg’ , omdat diverse voorwaarden voor oorzaak en gevolg, zoals volgtijdelijkheid en werking door direct of indirect contact dan niet meer geldig zijn. Kosmologisch gezien is volgtijdelijkheid niet meer dwingend, zoals o.m. Einstein en Planck vermoedden en berekenden en op het gebied van werking is in een recent experiment in Delft op de kleinste deeltjes (kleiner dan het atoom) aangetoond dat er een (omgekeerde) parallellie tussen het gedrag van deeltjes bestaat, welke zo ver van elkaar verwijderd zijn dat ze geen werking op elkaar kunnen hebben. Al deze natuurwetenschappelijke bevindingen van onverwachte samenhangen leiden ertoe dat we moeten erkennen ‘er is meer’. Sommige wetenschappers brengt dit ertoe om hier over een schepper of ook over God te spreken.
Wil men meer in details de argumenten van Reinoud Slagter willen nalezen en misschien voor de kenners ook nog willen toetsen, dan kan men de slide-presentatie van de lezing via de CCIV site ophalen (KLIK HIER) of de wiskundig-theoretische artikelen op de website van Reinouds studiegroep Asfyon openen (www.asfyon.com)
auteur: Henk-Jan Rebel (coordinator deze cursus)