Crijns toonde met recente cijfers (de oudste waren over 2014) aan dat we in Nederland te maken hebben met een groeiende tweedeling in de maatschappij. De welvarendste 10% van de Nederlanders verdienen samen ruim 9 maal zo veel als de 10% armste Nederlanders. In 1977 was dat verschil nog maar een factor 5. Van de huishoudens behoort 10,4% tot de armen. Dat zijn 1,4 miljoen mensen. Van de kinderen onder de 18 jaar leeft 13% in een dergelijk huishouden. Arm wil zeggen dat een gezin 70% van het wettelijk minimuminkomen of minder ontvangt. Crijns ging in op vragen als wie zijn of worden arm en waardoor. Belangrijke factoren zijn werkeloosheid, scheiding, allochtoon, alleenstaande moeder met kinderen of immigrant. Vooral de cumulatie van dergelijke factoren maakt mensen kwetsbaar. Eenmaal onder de armoedegrens werken wetten en regels niet mee om weer boven water te komen. Integendeel. De herverdelingsmechanismen die we hebben zijn moeilijk toegankelijk. Crijns ging in op de macro-economische factoren die deze tweedeling versterken en leunde daarbij sterk op het werk van Pikketty. Ondanks de economische crisis sedert 2007 blijkt vermogen nog steeds meer op te leveren dan arbeid en dus wordt arbeid (onder druk van werkeloosheid) goedkoper (na indexering) en het inkomen van vermogenden hoger. De kloof tussen arm en rijk is overigens van alle tijden.
Crijns hield zich perfect aan de tijd, zodat na koffie ruime gelegenheid ontstond voor discussie. De discussie concentreerde zich vooral op de vraag wat we lokaal kunnen en moeten doen aan de meest pijnlijke gevolgen van de tweedeling. De gemeente is beperkt in zijn mogelijkheden, omdat lokaal nauwelijks belasting wordt geheven voor zaken die met herverdeling te maken hebben. Crijns benadrukte echter dat de gemeenten meer kunnen doen dan ze vaak denken. Ze zijn de laatste 10 jaar steeds meer op het individu gaan richten, maar zouden juist in categorieën moeten gaan werken. Het doen van een individuele aanvraag is voor veel minima een grote stap, waarbij voor iedere stap ook uitgebreide documentatie wordt vereist. Terwijl de gemeente natuurlijk best weet wie in aanmerking zouden moeten komen. Gemeenten zouden ook de diaconieën, voedselbanken, project schuldhulpmaatje substantiëler kunnen steunen. Jan Kwekkeboom van de ouderenpartij heeft toegezegd dat hij de opgekomen punten meeneemt naar de raad van Gooise meren.
Met een 50 tal aanwezigen was de bijeenkomst goed bezocht.
Klik HIER voor de volledige presentatie door Crijns en HIER voor de powerpoint die hij gebruikte.
Jan Willem Henfling