Frits Barend deelt zijn familieverhaal uit de oorlog
2 mei @ 20:00 - 22:00
| Gratis – €10Frits Barend vertelt het oorlogsverhaal van zijn ouders.
De joodse ouders van Frits waren niet religieus maar konden alleen ondergedoken bij een boerenfamilie in Friesland WOII overleven, 46 familieleden overleefden de oorlog niet. Dit verhaal en eigen ervaringen maakten van Frits een gedreven journalist waarheidszoeker en strijder tegen onrecht.
Na de pauze kunnen we met hem en elkaar in gesprek gaan. Wat kunnen we er van leren ? Nooit meer ? en nog vele andere vagen.
Op verzoek van Frits zal de sprekersvergoeding worden overgemaakt naar een door hem te bepalen goed doel.
Frits Barend (1947) ging naar het Vossius Gymnasium in Amsterdam en begon daarna een studie politicologie aan de Universiteit van Amsterdam maar brak deze voortijdig af. Begonnen bij Radio Veronica, was hij van 1972 tot 1986 redacteur bij het weekblad Vrij Nederland en van 1987 tot 1996 bij het tijdschrift Nieuwe Revu. Daarna werkte hij voor de VARA-tv en radio en werd landelijk bekend door het programma Barend & Van Dorp, dat hij samen met Henk van Dorp presenteerde. Hij werd samen met Van Dorp uitgeroepen tot Omroepman van het Jaar 2000.
Lees meer in het boek van Marijke en Frits Barend over hun wederzijdse familie verhalen in de tweede wereldoorlog, respectievelijk onder de Duitse en Japanse bezetting.
De link naar heet boek is:
https://www.boomgeschiedenis.nl/product/100-3433_Matzes-en-mie
Daarnaast is er ook een interview in EenVandaag met de link:
https://eenvandaag.avrotros.nl/item/het-oorlogsverhaal-van-de-familie-barend/
Boekbeschrijving;
Frits Barend en zijn partner Marijke van Haeften slepen al hun hele leven de familie-archieven met zich mee. Ze verdiepten zich nooit in de brieven, foto’s en andere ego-documenten. Eigenlijk durfden ze er nooit in te kijken. Tot na hun pensionering.
Marijke schreef vijf jaar aan het boek Matzes en Mie over hun familiegeschiedenis die getekend is door de Tweede Wereldoorlog. Frits gaf adviezen.
Beiden zijn geboren in 1947. De ouders van Marijke en haar zusters overleefden het jappenkamp, de ouders en broer van Frits als enigen van vele tientallen familieleden Barend de nazi-bezetting.
Frits’ grootvader hoorde tot de Coselgroep, de op twee na grootste groep van omgekomen Nederlandse Joden, en werd vermoord in Seibersdorff. Waarom kent bijna niemand dat verhaal, vroeg hij zich af.
Marijke stopte een half jaar met schrijven toen ze ontdekte dat een geliefde oud-oom als politieman in de Haarlemmermeer Joodse onderduikers ophaalde. Ze was in shock. Frits kan het leed makkelijker aan dan zij. Hij zegt altijd: ‘jouw ouders hebben in de kampen gezeten in Indië, de mijne zaten ondergedoken. Dat is een heel verschil.’
Het meest fascinerende vindt Marijke dat goed en fout zulke lastige begrippen zijn: je had foute Nederlanders en goede Duitsers. De Duitse soldaat die na een inval Frits’ babybroer zag liggen in een slaapkamer hield zijn mond. Frits moeder had zich verstopt in een kast. De buurvrouw had de Duitsers getipt dat er Joden ondergedoken zaten.